Geschiedenis

Van 1458 tot 1490 regeerde Corwin Mátvás over Hongarije, een vorst die voor het Kuvasz ras erg belangrijk was. Een Kuvasz houden was in deze dagen een privilege van vorsten. De Kuvasz honden werden om de landgoederen van vorsten gefokt voor de jacht. De Kuvasz werd ingezet om te jagen om groot wild. De Kuvasz had ook 2 andere belangrijke taken:

  1. Het beschermen van de vorsten tegen allerlei soorten vijanden
  2. Het beschermen van het vee van de vorst tegen, roofdieren. Roofdieren kwamen in die tijd veel voor.

De Kuvasz was hierbij heel belangrijk en met name zijn witte vacht, zo konden boeren en herders ook hun honden goed onderscheiden van roofdieren. De roofdieren hadden het in die tijd vooral op de schapen van de boeren gemunt. In de eerste helft van de 19e eeuw, verkeerde Hongarije in verschillende conflicten met andere landen, hierdoor trokken de roofdieren van de veestapel zich terug in het hooggebergte van Hongarije. De vijanden van de veestapel vertrokken dus, hierdoor was de behoefte om een herdershond te hebben een stuk minder. De Kuvasz kreeg een andere functie, de Kuvasz werd nu vooral ingezet als erf hond om de huizen te bewaken. Na de tweede wereldoorlog in 1945 is men met een klein aantal Kuvaszok opnieuw begonnen met fokken. Na de opstand in 1956 kreeg de Kuvasz als ras opnieuw een grote klap, de behoefte om zo’n soort hond te hebben was een stuk minder. Na de opstand is een kleine groep mensen opnieuw begonnen met het fokken van de Kuvasz.